Van Boerendorp naar Burgerdorp
De veranderingen op het Brabantse platteland in de 20e eeuw aan de hand van één dorp
3 series
Serie 1 Een Boerendorp 1900-1950
Van welke kant men het dorp Reek in de negentiende eeuw ook binnenkomt, het beeld is altijd hetzelfde: het beeld van een boerendorp. In nauwe samenhang met het natuurlijk milieu oefent de boer er zijn bedrijf uit. ‘Hoe kom ik aan mest?’ is de centrale vraag die hij zich bijna dagelijks kan stellen, want de zandgrond waar hij op moet boeren is van nature niet erg vruchtbaar. De boerderijen liggen in de nabijheid van de akkers en vormen met elkaar lange linten langs de wegen, hetgeen het dorp de kwalificatie ‘lintbebouwingsdorp’ oplevert.
De vele veranderingen aan het einde van de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw (mechanisatie, kunstmest, ontwikkeling verkeer en vervoer) luiden de overgang in naar een boerenbedrijf waar niet langer de mest centraal staat, maar de productie van melk, vlees en eieren. De ambachtslieden en de winkeliers proberen de dorpsgemeenschap zo goed mogelijk van dienst te zijn en van concurrentie uit de stad hebben ze weinig te vrezen. Het sociale leven bloeit op en diverse nieuwe verenigingen zien aan het begin van de twintigste eeuw het levenslicht. Maar welke activiteiten er in het dorp ook ontplooid worden, het alziende oog van de kerk is altijd aanwezig en corrigeert indien nodig.
of
SErie 2 Het dorp moderniseert 1950-1980
Na de Tweede Wereldoorlog slaat door schaalvergroting, intensivering, mechanisatie en rationalisering de weegschaal voor de boer naar de andere kant door. Hij wordt agrarisch ondernemer en leidt op bijna wetenschappelijke wijze zijn bedrijf. Niet ‘hoe kom ik aan mest?’ is zijn probleem, maar eerder ‘hoe kom ik er vanaf?’
Rond 1950 verschijnen de eerste rijtjeshuizen in het dorp, spoedig gevolgd door complete nieuwbouwwijkjes met doorzonwoningen. ‘Veel glas, een bankstel en een dressoir met plastic rozen,’ zingt Wim Sonneveld. De vlucht uit de stad begint op gang te komen en met de stedelingen verschijnen ook de stedelijke activiteiten op het platteland, dat meer en meer de status van achtertuin van de stad begint te krijgen.
Het wegenpatroon moet zich aanpassen aan de motoriseringsgolf en de laatste grindwegen verdwijnen onder een dikke laag asfalt. De auto bepaalt voortaan het straatbeeld en niet de hondenkar of het paard met wagen.
SErie 3 Op WEG naar Een Burgerdorp 1980-2010
De een na de andere kleine winkel sluit en andere voorzieningen lopen het gevaar dezelfde kant uit te gaan. Nieuwe voorzieningen, die weinig met het dorp zelf van doen hebben, maken daarentegen hun opwachting. Wat te denken bijvoorbeeld van een uitzendbureau voor Poolse gastarbeiders.
Intussen is het aantal boeren op één hand te tellen. Het dorp is voorgoed een burgerdorp aan het worden.
Wat voor Reek geldt, geldt ook voor andere dorpen. Reek ligt niet op een eilandje en wat we hier zien gebeuren, zien we ook in andere dorpen terug. De beelden van Reek staan daardoor als het ware model voor de ontwikkelingen die zich vanaf het einde van de negentiende eeuw tot in de eenentwintigste eeuw hebben voorgedaan op het Brabantse platteland.
De veranderingen in Brabant aan de hand van één dorp